Implanon haal je op bij de apotheek en neem je mee naar je verloskundige.
Als je nog geen betrouwbare anticonceptie gebruikt op het moment van de plaatsing van implanon, geldt: het staafje laten implanteren in de periode van de eerste tot vijfde dag na het begin van de menstruatie, dan ben je beschermd tegen zwangerschap. Indien plaatsing daarna plaats vindt is het gebruik van condoom minimaal tot 1 week na de plaatsing nodig. Wanneer je borstvoeding geeft kan Implanon drie tot vier weken na de bevalling ingebracht worden. Geef je geen borstvoeding, dan kan het staafje in principe direct na de bevalling worden ingebracht. Het precieze tijdstip bepaal je in overleg met de verloskundige.
Hoe gaat het in zijn werk?
Het inbrengen van het hormoonstaafje wordt gedaan door de verloskundige met behulp van een speciaal ontworpen inbrenghuls waarin het staafje in een naald zit. Implanon wordt vlak onder de huid ingebracht tussen twee spieren in de bovenarm. Voordat het staafje wordt geplaatst wordt de huid eerst goed verdoofd.
Voor het verwijderen van het staafje kan je ook bij de verloskundigen praktijk terecht. In de meeste gevallen kan de implanon 3 jaar blijven zitten.