Spoedsituatie, bel 071 36 177 77
Spoedsituatie, bel 071 36 177 77

Verloop van de bevalling

We weten natuurlijk vooraf nooit precies hoe een bevalling gaat verlopen.

Iedere vrouw en iedere bevalling is anders. Wel weten we dat elke bevalling een aantal fases doorloopt, de vraag is altijd hoe lang deze fases duren. Een bevalling kun je indelen in drie fases: de ontsluiting (met drie fases), de uitdrijving en het nageboortetijdperk. Op onze voorlichtingsfilm gaan we uitgebreid in op het verloop van de bevalling, maar hier volgt een korte beschrijving.

Ontsluiting

De eerste fase van de bevalling is de ontsluitingsfase. Deze is in drieën te verdelen:

  • De voorbereidingsfase
  • De latente fase
  • De actieve fase

Voorbereidingsfase

De voorbereidingsfase is de geleidelijke overgang van zwangerschap naar bevalling. Dit gebeurt door voorweeën en harde buiken, die soms best een tijdje kunnen aanhouden. De ene zwangere heeft hier bijna geen last van, de ander heeft vaker voorweeën. Deze harde buiken en voorweeën zijn vaak onregelmatig en zorgen voor veranderingen van de baarmoedermond. Dit kan tot wat ontsluiting leiden.

Latente fase

In de latente fase zijn de weeën begonnen en komen ze steeds regelmatiger en frequenter, met minimaal 2 weeën per 10 minuten. Het zijn beginnende weeën, die nog gemakkelijk op te vangen zijn; je kunt ze wegzuchten en je kunt nog praten. Door je weeën verstrijkt de baarmoedermond. Voor de bevalling is het een lang, stug, gesloten tuutje. ‘Verstrijken’ betekent het platter worden van de baarmoedermond. Daarnaast wordt de baarmoedermond ook weker, deze is in het begin net zo stug als je neus en aan het eind zo zacht als je tong. Bovendien gaat de baarmoedermond zich openen: je krijgt tot 2-3 centimeter ontsluiting. Tijdens deze fase is het vooral een kwestie van afwachten en kun je soms het beste wat afleiding proberen te zoeken: zet een film op of probeer bijvoorbeeld nog wat te strijken.

Actieve fase

Dit betekent dat het echte werk is begonnen, je krijgt regelmatige krachtige, en pijnlijke weeën. Deze weeën komen ongeveer elke 2 tot 5 minuten, duren 60-80 seconden, moeten worden weggezucht en zorgen voor verdere ontsluiting. Vaak heb je hierbij een beetje bloedverlies en of vruchtwaterverlies. De actieve fase omvat het vorderen van ontsluiting vanaf 4 centimeter. Gemiddeld is dat een centimeter per uur, maar zoals altijd met gemiddelden, is de een sneller en de ander langzamer. Bij 10 centimeter is je baarmoedermond helemaal open en begint de uitdrijving. Dit noemen we ook wel volledige ontsluiting.

Er is geen tijdsduur te plakken aan een bevalling. Wel kun je een schatting krijgen welk tijdskader ‘normaal’ is voor een eerste of volgende bevalling: 

  • De latente fase mag maximaal 9 uur duren 
  • De actieve fase tussen de 4-14 uur.

Uitdrijving

Wanneer je 10 centimeter ontsluiting hebt en de ontsluitingsweeën over gaan in persweeën, begint de uitdrijvingsfase. Met deze persweeën kun je je kindje naar buiten persen. Echte persdrang (we noemen dit reflectoire persdrang) is haast onmogelijk om niet aan toe te geven, het is een reflex en voelt als sterke drang tot poepen. 

Hoofdje ‘staat’

Als het hoofdje ‘staat’, dan wordt de baby bijna geboren. Veelal wordt dit ervaren als branderige pijn. De pijn komt doordat het hoofdje de huid van de vulva volledig oprekt. We proberen het hoofdje zo geleidelijk mogelijk geboren te laten worden en begeleiden je hierin waar nodig. We proberen hiermee de kans op uitscheuren te verkleinen. 

Op je buik

Als de baby geboren is dan leggen we hem/haar direct op de blote buik van de moeder. Geniet van dit moment! De baby is nat door het vruchtwater en er kan nog wat smeer op de huid zitten. We zorgen ervoor dat de baby zo min mogelijk afkoelt door hem/ haar goed af te drogen met warme doeken en doen een mutsje op. Daarna blijft hij/zij bij moeder liggen op de warme, blote huid. We leggen nog een warme doek op de baby om afkoeling tegen te gaan. Heel vaak is een baby op dit moment erg wakker en alert, kijkt hij met grote ogen rond en luistert naar jullie stemmen.      

Houdingen 

Liggend

Tijdens de bevalling moet je een manier vinden waarbij je je prettig voelt, ook tijdens het persen. Meestal bevallen vrouwen liggend op hun rug op een bed. Dit geeft het meest overzicht voor ons, en vaak vinden barenden dit ook prima omdat ze dan tussen de persweeën wat kunnen rusten. Op je zij kan je ook persen. Als je ligt, kan je partner ook duidelijk de geboorte van zijn/haar kind zien als ze dat willen. Nadeel van op de rug liggend persen is dat je geen hulp hebt van de zwaartekracht. 

Zittend

Sommige vrouwen vinden het prettiger om rechtop te zitten, dit kan gemakkelijk op een baarkruk of door zelf diep te hurken. Hierbij helpt de zwaartekracht, de bekkenuitgang is 30% verwijd en het is een natuurlijkere houding. Wel is het belangrijk dat je tijdens het persen op een kruk regelmatig even gaat staan of een andere houding aanneemt, anders wordt je bekkenbodem erg opgezwollen. Je partner heeft dan geen duidelijk zicht op de geboorte, hij ondersteunt je door achter jou plaats te nemen. 

Handen en knieën

Ook kan je comfortabel op handen en knieën bevallen. Vrouwen die in deze houding bevallen vinden het een prettige houding, voor ons geeft het een goed overzicht. Als een baby niet vlot geboren wordt, dan vragen we soms om in deze houding te draaien. Meer informatie? Zie Bevalhoudingen

Nageboortetijdperk

Na de geboorte van de baby moet ook de placenta nog komen. Om de geboorte van de placenta te versnellen en het bloedverlies zo minimaal mogelijk te houden, krijgt de moeder vaak een prik in haar been als de baby net geboren is. Dan is het wachten tot de placenta loslaat. Als de placenta losligt, moet je meestal nog een of twee keer persen om deze uit te drijven. Dit vergt gelukkig wel een stuk minder inspanning dan de geboorte van het kind. De placenta moet liefst binnen 30, maar uiterlijk binnen 45 minuten geboren worden. De placenta wordt daarna altijd nagekeken om te kijken of er bijzonderheden zijn en deze compleet is.  

Apgar score

Als de baby net geboren is krijgt hij of zij al de eerste punten: de Apgar score. Hierbij kan een pasgeboren baby 10 punten halen: 2 voor de hartslag, 2 voor de ademhaling, 2 voor de kleur, 2 voor de spierspanning en 2 voor de reflexen. Wij hoeven hiervoor weinig te doen, we observeren de baby voornamelijk als we deze aan het afdrogen zijn. Gelukkig scoren de meeste baby’s goed! Ze krijgen punten na 1, 5 en 10 minuten. 

Meestal hoge scores

De meeste baby’s scoren tussen de 7 en 10 punten. De baby heeft met zo'n score een normale tot goede conditie. Scoort hij 4 tot 6 punten? Dan kan het zijn dat hij/zij medische hulp nodig heeft en eventueel een tijdje in de couveuse moet. Scoort jullie kind minder dan 4 punten? Dan is er altijd behandeling van een kinderarts nodig. Heeft de baby een goede score? Dan zullen we hem/ haar na ongeveer een uur helemaal goed nakijken en wegen. 

Hechten

Het laatste dat na de bevalling nog gedaan moet worden, is kijken of er gehecht moet worden. Bij scheurtjes, scheuren of een knip kan er gewoon gehecht worden door de verloskundige. Wij vragen een gynaecoloog om te hechten als iemand te diep ingescheurd is. Dat gebeurt een enkele keer en noemen we een ‘totaalruptuur’. Een totaalruptuur is er in verschillende vormen van ernst en betekent dat de kringspier van de anus geheel of gedeeltelijk is in- of doorgescheurd. We inspecteren eerst wat er precies gescheurd is, daarna verdoven we altijd en dan beginnen we met hechten. 

Even samen

Als het hechten klaar is en alles gaat goed, dan kunnen jullie genieten van het moment met z’n drieën. Dat is ook het moment om familie en vrienden te bellen. Voor ons rest dan nog de administratie. Na een laatste controle van moeder en kind vertrekken wij één tot twee uur na de bevalling.

Heb je een vraag?

Ons team staat voor je klaar

Bel of mail ons